Follow me on Twitter

maandag 31 december 2012

Achtervolging op de fiets - Premium Rush (2012)

Achtervolging op de fiets - Premium Rush (2012)

Premium Rush belooft in de trailer een actiefilm te zijn met spectaculaire achtervolgingen op de fiets door New York traffic. Met acteurs Gordon-Levitt en Michael Shannon aan boord lijken alle ingrediënten voor een heerlijk actiefilm aanwezig.




Wilee (Joseph Gordon-Levitt) is een waaghals fietskoerier in New York die een geheimzinnige envelop moet bezorgen. Hierbij wordt hij tegengewerkt door Michael Shannon (Boardwalk Empire), die een gokverslaafde cop speelt met schulden (I'm the guy you don't fuck with') en de envelop te pakken wil krijgen. Tegelijkertijd heeft hij het aan de stok met zijn vriendinnetje (Dania Ramirez) die hun collega Manny van zich af moet slaan. Manny kent overigens geen groter plezier dan Wilee dwarsbomen, terwijl hij 'lekker puh'-achtige zinnetjes uitkraamt. Dit resulteert in allerlei achtervolgingen op de fiets, dwars door het verkeer van New York heen.

Bordkartonnen karakers
Helaas worden de door de trailer gecreëerde verwachtingen niet alleen niet ingelost, Premium Rush is zelfs behoorlijk slecht. Een pakkend verhaal is afwezig en wat de makers aan plotlijnen hebben bedacht is zo verschrikkelijk voorspelbaar en cliché dat het zuchtmomenten oplevert. De karakters zijn daarnaast dermate eendimensionaal dat je bijna zou denken dat het bewust gedaan is. Met name Manny, die geen andere missie lijkt te hebben dan Wilee af te troeven en diens vriendin te scoren, is een goede kanshebber voor beste bordkartonnen karakter. Verwonderlijk als je bedenkt dat regisseur David Koepp eigenlijk primair een scripschrijver is (Jurassic Park, Spider-Man). Misschien minder verbazingwekkend als we bedenken dat hij ook degene is die we mogen bedanken voor Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull.



Zowel Michael Shannon als Joseph Gordon-Levitt hebben de afgelopen jaren behoorlijk aan de weg getimmerd en misschien hadden ze zin in een schijtfilmpje tussendoor. Hoe het ook zij, hun talenten worden totaal niet benut in deze film. Dania Ramirez heeft weinig meer te doen dan het showen van haar zorgvuldig in beeld gebrachte voorgevel en had er zonder moeite uitgeschreven kunnen worden, wat eigenlijk voor de meeste karakters geldt. Zo ook een politieagent die Wilee steeds maar niet te pakken krijgt en op allerlei momenten terug blijft komen in de film. Het enige dat hij doet is de makers een excuus geven om weer een achtervolging te filmen. Daarbij is hij ook nog eens zo dom en onhandig op zijn fiets dat hij totaal geen partij is voor bikewizard Wilee.








Ingebouwde TomTom
De achtervolgingen op de fiets zijn vrij aardig in beeld gebracht en het op de fiets tussen druk verkeer racen is best een spektakel. De film grossiert dan ook in dat ging maar net goed momenten. Een aardige vondst is dat wanneer het bijna fout dreigt te gaan, we te zien krijgen hoe Wilee visualiseert hoe hij uit een situatie kan komen, welke route hij wel en niet kan nemen. Helaas wordt dit daarna nog twee keer gebruikt en dan kennen we het trucje inmiddels al. 'Wat kunnen we hier nou nog doen', hoor je de makers denken. 'Fuck it... We doen gewoon Wilee's built in TomTom truc nog een keer!'. En dan gaat het toch een beetje te gemakkelijk voelen.

Premium Rush is behoorlijk teleurstellend als je verwachtingen hebt, maar als verstand op nul popcorn film zal hij voor veel kijkers toch aangenaam kunnen zijn, al is het dan alleen maar voor de leuk in beeld gebrachte achtervolgingen op de fiets. Wie echter iets van een verhaal of karakterontwikkeling zoekt, kan beter wat anders gaan kijken, want daarin faalt de film jammerlijk. Een gemiste kans, want hier had meer mee gedaan kunnen worden. Alleen de aanwezigheid van goede acteurs, leuke actie en degelijk camerawerk zijn niet genoeg voor een voldoende, zeker niet wanneer een film het op andere punten zo laat liggen.

5/10

donderdag 20 december 2012

Shame (2011) – Indringend portret van een seksverslaafde

Shame (2011) – Indringend portret van een seksverslaafde

Orgasmes. En veel. Steve McQueens Shame is een van de meer gewaagde films van het afgelopen jaar. We zijn getuige van hoe Brandons (Michael Fassbender) leven, dat volledig in dienst staat van zijn seksverslaving, verstoord wordt door de komst van zijn zus Sissy (Carey Mulligan).



Obsessief van orgasme tot orgasme
Shame opent met een shot van Fassbender die in bed naar het plafond ligt te staren. Het is niet direct duidelijk wat er in hem omgaat. Is hij depressief? Maakt hij zich zorgen? Of denkt hij wellicht aan niets specifieks…? Hierop volgt al snel een montage van wat er zoal wél in hem omgaat. We zien hoe hij flirt in de trein met een vreemde, een hoertje ontvangt en naakt door huis loopt terwijl hij de belpogingen van zijn zus negeert en het antwoordapparaat laat opnemen. Brandon gaat van orgasme naar orgasme zonder dat hij hier direct genot aan lijkt te beleven. Sterker nog, we zien hem later in het verhaal klaarkomen met een blik van intense pijn, woede en afschuw. Seksuele bevrediging en genot zijn niet wat hij nastreeft en beleeft met zijn seksuele escapades. Weinig mensen zijn vies van seks, maar Brandons gedrag lijkt eerder hyperseksueel, een vorm van een obsessief-compulsieve stoornis (OCD).

Sissy’s persoonlijkheid lijkt het tegenovergestelde van Brandons georganiseerde, koele karakter. Waar hij vaak amper emotie toont en niet lijkt te weten wat empathie of warmte tussen twee mensen inhoudt, is zij juist wanhopig op zoek naar tederheid en bevestiging. Wanneer zij bij hem intrekt, wordt duidelijk dat zij in hun verleden een trauma hebben beleefd dat hen beide op verschillende wijze affecteert. We leren in de film nooit wat dit is (misbruik lijkt voor de hand liggend), maar wel dat het een stempel op hun persoonlijkheden heeft gedrukt dat tot op de dag van vandaag voortduurt. Sissy is de katalysator die Brandons zorgvuldig georkestreerde leven uit balans brengt, met gevolgen.

Jeroen - Shame - Brandon

De rustige stijl van Steve McQueen
Regisseur Steve McQueen liet met Hunger (2008) al zien dat hij een filmmaker is om in de gaten te houden. Met Shame bewijst hij andermaal een regisseur te zijn met een duidelijke visuele gave, in de ingetogen zin van het woord. Het tempo van de film ligt erg laag, wat McQueen mooi ondersteunt door zijn shots voort te laten duren en de camera te laten blijven hangen op bijvoorbeeld het gezicht van Fassbender. Behalve de rust die de shots en montage zelf uitstralen, is de structuur van de film zelf in zekere mate ook symmetrisch, waarbij het einde van de film de openingsshots spiegelt. De muziek bestaat uit mooie, maar soms enigszins droevig stemmende instrumentale begeleiding van Harry Escott, Bach, jazzy nummers van John Coltrane en Chet Baker, maar ook Blondie valt te horen. Al met al is dit een soundtrack die de film goed ondersteund.

Spellbinding Fassbender
Michael Fassbender geeft een van de beste performances van het jaar, zo niet zijn carrière, en dat zegt veel. Dit is een rol die weinig acteurs aan zouden hebben gedurfd. Al sinds Band of Brothers (2001) is zijn ster rijzende terwijl hij grote films als X-men: First Class afwisselt met kleinere projecten als Fish Tank. Met de rol van Brandon zet hij echter een voorlopige kroon op zijn werk, waarbij hij een wereld van pijn en woede toont, versluierd achter een schijnbaar emotieloze blik. Af en toe wordt de sluier eventjes opgelicht en krijgen we een flard te zien van hoe hij zelf de compulsieve neigingen die zijn leven bepalen, en pijn daarvan, ervaart. De Golden Globe dit jaar ging echter naar Clooney voor The Descendants, wat wellicht ook iets met het controversiële karakter van Shame te maken zou kunnen hebben. Het Oscarcomité durfde hem niet eens te nomineren. Mulligan acteert eveneens goed, zoals we van haar gewend zijn.



Een piemel!
Wat de controverse betreft, full frontal male nudity is hier sinds Verhoeven en Rutger Hauer niet verrassend meer, maar in Amerika is dat anders. Daar heeft het iets meer impact wanneer een acteur als Fassbender meerdere keren met zijn zwabberende Schlong door het beeld kuiert om daarna eens uitgebreid te gaan staan plassen. Ook Mulligan bedekt zich niet wanneer haar broer plotseling binnen komt. Hij kijkt niet opzij en Shame is er de film niet naar om de camera wel weg te draaien.

Shame is een ontzettend sterk staaltje filmmaken en karakterstudie, maar tegelijkertijd niet plezierig om naar te kijken op de wijze zoals dat bij andere films het geval is. Je voelt de leegte van Brandons leven en de pijn die hij heeft. Ondanks het onderwerp is de uitvoering dermate stijlvol en Fassbenders performance zó sterk, dat ik Shame simpelweg niet af kan raden, uitgezonderd voor personen die weten dat ze het geduld voor een langzamere film niet op kunnen brengen...

eerder verschenen op Nadelunch.com

8/10

dinsdag 18 december 2012

Een geketende kunstenaar - This is not a Film (2012)

This is not a Film


Een kunstenaar wil creëren, zijn visie uitwerken op de voor hem meest geschikte manier. This is not a Film van Jafar Panahi laat zien wat er gebeurt als je een filmmaker verbied zich artistiek uit te drukken. Deze documentaire werd op een USB stick in een taart Iran uitgesmokkeld en is een van de 15 overgebleven kanshebbers voor een Oscarnominatie voor beste documentaire dit jaar.




Panahi zit met huisarrest in zijn appartement in afwachting van zijn hoger beroep. Hij is wegens vermeende propaganda tegen het regime veroordeeld tot een celstraf van zes jaar en heeft een verbod gekregen van 20 jaar lang om films te maken, scripts te schrijven, Iran te verlaten of interviews te geven. Volgens Ebert zijn Panahi's film in essentie eigenlijk helemaal niet politiek geladen, maar het bleek alsnog genoeg voor deze straf. Hij zit al maanden thuis en is het wachten zat, dus hij besluit om maar wat te gaan doen en met zijn iPhone op te nemen (geen film, dat mag niet). We zien hoe hij ontbijt en met zijn advocaat belt. Echt rooskleurig ziet het er niet uit en hij nodigt een vriend uit om wat scènes voor te lezen en uit te beelden uit zijn laatste script, wat hij waarschijnlijk nooit zal verfilmen.

Zijn vriend heeft wel een camera mee, waarmee de meeste scènes in This is not a Film zijn opgenomen. Er wordt gebeld, gepraat over cinema, Panahi laat een aantal stukjes van zijn eerdere films zien en vertelt van een aantal scènes van niet afgemaakte film hoe hij die voor zich zag. Middenin een scène valt hij stil en als zijn vriend vraag waarom hij stopt, probeert hij verder te gaan. Dit blijkt teveel. ''Als we een film konden vertellen, waarom zouden we dan films maken?", verzucht Panahi in pijn en verdwijnt uit beeld om zich te herpakken. Het zijn momenten als deze die de film zijn kracht geven, het is een testament van de drang van de kunstenaar die verboden wordt zich te uiten, en we zien wat dit met iemand doet.



Er zitten langzamere scènes in 'This is not a Film', sterker nog, een groot gedeelte van de film is het Panahi zelf die in beeld is. Dit maakt hem wellicht ongeschikt voor het grotere publiek, maar voor filmliefhebbers die zich interesseren in het medium zelf, een staat die kunstenaars de mond snoert, een filmmaker die tegen het hem opgelegde verbod ingaat en toch een soort film maakt, kan deze 75 minuten durende documentaire eigenlijk niet laten liggen. Panahi vertelt op een gegeven moment dat je als regisseur veel dingen helemaal niet regisseert. Veel gebeurt gewoon, vanuit de acteurs, of vanwege toeval... Ook  'This is not a Film' eindigt met een waarschijnlijk ongeplande scène, die echter behoorlijk indrukwekkend is en zijn situatie perfect uitdrukt. Een prachtige afsluiting van een 'niet-film' over een geketende kunstenaar.

8/10

woensdag 12 december 2012

magisch mooie cinema - Beasts of the Southern Wild

Beasts of the Southern Wild (2012)


Tussen alle Battleships en Abraham Lincoln: Vampire Hunters in zou je bijna vergeten dat er ook nú nog films worden gemaakt die je de adem kunnen benemen. Beasts of the Southern Wild laat zien dat je geen enorm budget of getrainde acteurs nodig hebt.



The Bathtub is een arme, gemengde gemeenschap van mensen die afgezonderd van de rest van de wereld proberen te overleven. Dit is een plek net buiten de levees, de dijken die New Orleans beschermen. Hushpuppy is zes jaar oud en leeft samen met haar drinkende, ruwe vader – die ook nog een ernstige aandoening heeft – in een krakkemikkige, armoedige woning. Het zijn haar blik, interpretatie en logica die ons in deze film begeleiden. Hoewel het dagelijks leven hard is, maakt zij zich meer zorgen over aurochs, mythische beesten die onder de smeltende ijskappen zitten en achter hen aan komen. De oplettende kijker weet instinctief dat Katrina eraan komt en dat er weinig heel zal blijven van deze struggling community. Maar dat is niet waar de film over gaat.

Een harde wereld gezien vanuit een kind
Hushpuppy neemt de wereld in zich op en verklaart de mysteries die ze tegenkomt op haar eigen manier. Kinderen houden er hun eigen logica op na en voor haar is The Bathtub de mooiste plek die er is, mede ingefluisterd door haar vader Wink. Hij heeft er geen problemen mee om haar eten te geven met de melding: “Share it with the dog”, of haar een flinke lel te verkopen, maar tegelijkertijd ziet hij het als zijn levensdoel om haar te leren hoe ze zich kan redden in de wereld en wil hij wel degelijk voor haar zorgen. Hushpuppy weet niet beter dan dat haar moeder is weggezwommen en zó mooi was dat het vuur aanging en het water ging koken wanneer ze langsliep. Als de orkaan voorbij is, Hushpuppy’s vader zieker wordt en de aurochmonsters dichterbij komen, gaat de kleine held op zoek naar haar moeder.



Een magisch debuut
Regisseur Benh Zeitlin heeft nooit eerder een langere film gemaakt. Hushpuppy’s vader wordt gespeeld door Dwight Henry. Het geeft niet als je die niet kent, Henry is namelijk eigenaar van de Buttermilk Drop Bakery and Cafe in New Orleans, een zaak die hij ook zelf leidt, en hij had geen enkele ervaring tot hij voor deze rol werd gevraagd. Toch is hij onbegrijpelijk goed. Ook Quvenzhané Wallis had nog nooit geacteerd voor deze film en was vijf jaar oud toen ze gecast werd uit duizenden andere audities. Het is niet moeilijk te zien waarom. Zeitlin heeft het script zelfs aangepast aan haar standvastige charisma omdat hij wist dat hij goud in handen had. Wallis knalt van het scherm en levert een prestatie af vergelijkbaar met Keisha Castle-Hughes in Whale Rider of Anna Paquin in het ook zo prachtige The Piano.



De beelden van Beasts of the Southern Wild zijn sprookjesachtig mooi geschoten. Ietwat gritty, maar cinematograaf Ben Richardson (ook al een rookie) weet mooi de juiste toon te treffen, waarmee hij in Cannes terecht in de prijzen viel. Iets soortgelijks kan eigenlijk ook over de muziek worden gezegd. New Orleans is een muzikale smeltkroes bij uitstek en de muziek is van Dan Romer en regisseur Benh Zeitlin zelf. Het broeierige, jazzy en ook wat Cajun sfeertje wordt prachtig ondersteund door deze soundtrack. De Bayou-omgeving en de setting zien er geweldig uit, woningen zijn opgebouwd uit van alles en nog wat, een boot bestaat uit de achterkant van een pick-up met vaten eronder, beelden van een hemelvullend vuurwerk of een orkaan zijn overweldigend. Je kunt een hoop doen met een budget van één miljoen. Het ziet eruit als een veelvoud daarvan.

****

eerder verschenen op nadelunch.com

maandag 10 december 2012

Moonrise Kingdom - tòch Wes Anderson bestand

Moonrise Kingdom (2012)


Wes Anderson wordt wel eens omschreven als een love him or hate him regisseur. Ik heb lang gedacht bij het tweede kamp te horen, maar na het zien van Moonrise Kingdom lijkt een herevaluatie op zijn plaats.

Geen goed begin
Het zal lente 2002 geweest zijn dat ik als 22-jarige filmliefhebber naar de sneak preview ging en daar The Royal Tenenbaums voorgeschoteld kreeg. Het is tot op heden de enige keer geweest dat ik na de pauze weggelopen ben bij een film. De vreemde stijl en aanwezigheid van Ben Stiller en Owen Wilson waren totaal niet waar ik die avond op zat te wachten. Tien jaar later kan ik me niet bijzonder veel meer herinneren van die film, maar het zou zomaar kunnen dat hij binnenkort een herkansing krijgt. Na Fantastic Mr. Fox die ik eerder dit jaar zag, kon ik nu ook Andersons meest recente film zeer waarderen.

Wes Andersons kleurrijke wereld
Filmliefhebbers die bekend zijn met Anderson werk roemen hem om zijn originele visie. Zijn films zijn lastig met die van andere filmmakers te vergelijken. Het is bijvoorbeeld niet het verhaal van de film wat op de voorgrond treedt, maar eerder de sfeer en de kleuren. Je zou zeker kunnen zeggen dat Moonrise Kingdom over een verliefd (pre)puberstelletje gaat dat er samen vandoor gaat en de zoektocht van de scouting en haar ouders die daarop volgt. Toch lijkt dit bij Anderson slechts als kapstok te dienen om een sfeervolle, kleurrijke wereld te creëren die soms wel iets wegheeft van een 'Kubrickiaanse kijkdoos'. De karakters lijken soms bijna los te staan van de sets wat een soortgelijk gevoel kan geven als het perspectief van Fantastic Mr. Fox. Anderson heeft er tevens voor gekozen deze film op 16mm op te nemen, misschien om het midden jaren zestig sfeertje te versterken. Ook zijn veel shots symmetrisch opgebouwd wat een lichtelijk vervreemdend effect heeft, maar stilistisch toch aantrekkelijk is. Hoe dan ook, de sfeer spat van het scherm, al is het een sprookjesversie van de sixties vibe zoals je die vaak in realistisch bedoelde films ziet. 



Er is een behoorlijk blik acteurs open getrokken, onder andere Bruce Willis, Edward Norton, Bill Murray, Frances McDormand, Tilda Swinton, Harvey Keityel en Jason Schwartzman komen voorbij. Zij leveren stuk voor stuk prima prestaties, maar geen van hen weet echt de aandacht naar zich toe te trekken, wat echter de focus van de film waarschijnlijk wel ten goede komt. Het zijn namelijk debutanten Jared Gilman en Kara Hayward die als het verliefde stelletje de motor van de film vormen. Hun onschuldige liefde, voorzichtige seksualiteit (als we het zo mogen noemen) en scènes samen zijn eigenlijk ook het leukst. Al lijken de chemie en dialogen tussen beide spelers soms wat houterig of vreemd, in het universum van Anderson stoort dit geen moment en je kunt je bij hem zelf afvragen of het niet zijn bedoeling is geweest.

kinderseksualiteit of vertederende kalverliefde
Op filmsites zoals Moviemeter doen sommige leden hun beklag over de manier waarop de film met de liefde tussen de twee jonge hoofdpersonen omgaat. Een belangrijk punt van kritiek als dit inderdaad zo zou zijn, maar dit is onterecht naar mijn mening. Hoewel er een aantal momenten zijn waarvan ik me in kan denken dat een handjevol mensen daar wel eens aanstoot aan zou kunnen nemen, wordt hier mijns insziens juist smaakvol en misschien wel eerlijker mee omgegaan dan in andere films. Nergens ontstaat het gevoel dat Anderson deze scènes als opwindend heeft bedoeld, integendeel, vertedering overheerst. Beide kinderen zijn totaal niet met sex bezig, meer met hun verliefdheid. Hoewel het kijkwijzer advies 12 jaar en ouder als advies geeft, ben je als ouder in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor wat je je kinderen voorschotelt. Een ouder die zonder verder te kijken dan zijn of haar neus lang is, een kind naar Ted laat gaan omdat er een beer op de poster staat, is zelf verantwoordelijk voor die luiheid. Hoewel Moonrise Kingdom in geen enkel aspect op Ted lijkt, is dit geen film die bedoeld is voor 12-jarigen, wat wellicht een beetje wordt weggegeven door het feit dat hij voornamelijk in filmhuizen draaide. Maar mocht er toch een verdwaalde 12-jarige per ongeluk deze film zien, dan zou ik zeer verbaasd zijn als deze geshockeerd was van een verwijzing naar een erectie.


Moonrise Kingdom zal geen film voor iedereen zijn, daar is Wes Anderson een te eigenzinnige filmmaker voor. Wie voornamelijk Blockbusters kijkt kan de film misschien beter nog even laten liggen tot hij of zij zichzelf betrapt op de gedachte 'komt er nou alweer een Transformers uit?' Voor wie juist wel zin heeft in een film met een geheel eigen sfeer, mooie cinematografie en muziek (Alexandre Desplat) kan met Moonrise Kingdom een prachtige film zien en voor zichzelf bekijken of hij het eens is met alle rave reviews van de critici.

****

dinsdag 30 oktober 2012

Movie:Box – Iconische beelden uit de filmgeschiedenis

“Het lijkt misschien een beetje tegenstrijdig, een fotoboek over film”, zo staat op de achterflap te lezen. Toch is dit voor liefhebbers van zowel film als fotografie een interessant boek met een enorme verzameling prachtige foto’s uit de wereld van de film.

Movie:Box – Iconische beelden uit de filmgeschiedenis is de vertaling van Movie:Box – Il grande cinema e la fotografia, samengesteld door de Italiaan Paolo Mereghetti. De Nederlandse vertaling is dit jaar verschenen bij Uitgeverij Thoth. Het valt direct op dat het hier geen alledaagse uitgave betreft. De voor- en achterflap lopen beide iets uit en sluiten het boek aan de zijkant af met een in de flappen verborgen magneetsluiting. Je hebt er niet bijzonder veel aan, maar het ziet er leuk uit en biedt wellicht wat extra stevigheid en bescherming aan dit solide boek. Met 480 pagina’s is het een lijvig exemplaar, waarbij gelukkig niet op de papierkwaliteit bezuinigd is, wat bij een fotoboek natuurlijk een doodzonde zou zijn geweest. ‘Rijkelijk geïllustreerd’ zou een understatement zijn. Het boek puilt uit van de foto’s, zowel in kleur en zwart-wit en een is nog mooier dan de ander.


De ‘k’ van Kunst of de ‘k’ van Kiekje?
Movie:Box is in eerste instantie een fotoboek, gevuld met foto’s uit de wereld van de film. Vaak, maar niet altijd, is een filmster of filmmaker het onderwerp van de foto. Diegenen die in fotografie geïnteresseerd zijn zullen de namen van de fotografen wellicht kennen: Eve Arnold, Richard Avedon, Herb Ritts, Dennis Stock. Ik ken er tot mijn spijt niemand van. Toch, zelfs zonder een gedegen achtergrond in fotografie, valt op dat veel van de foto’s van hoge artistieke kwaliteit zijn. Daarbij zien de foto’s er ook wat technische kwaliteit betreft fantastisch en haarscherp uit. Het 17 x 22 centimeter-formaat is voldoende, al zou een groter formaat nog mooier zijn. Meerdere keren vergiste ik mij in de leeftijd van een foto met als uitschieter: “Hee, Salma Hayek!”, wat een foto uit 1939 van Bette Davis bleek te zijn. Graag niet verder vertellen.




Van Louise Brooks en Chaplin tot Fassbender en Scarlett Johansson
Een voor de hand liggende fout die Movie:Box had kunnen maken was eenzijdigheid in het soort afgebeelde personen, door zich te veel op de cinefiel of juist de fan van Hollywood blockbusters te richten. Die valkuil wordt gelukkig vermeden door een grote verscheidenheid aan materiaal te bieden. Mereghetti structureert het boek door de afbeeldingen thematisch te groeperen: close-ups, op locatie, actie, vampiers, femmes fatales, lichaam, privéleven, superhelden, en meer. Bij femmes fatales lopen de foto’s uiteen van onder anderen Metropolis’ Brigitte Helm, tot Marlene Dietrich, Rita Hayworth, Faye Dunaway, Sharon Stone, Scarlett Johansson en Zhang Ziyi. Ook bij filmmakers wordt aan zowel arty Agnès Varda als aan Hollywood wunderkind Steven Spielberg in gelijke mate aandacht besteed.

Tekst en beeld
Hoewel Movie:Box in de eerste plaats duidelijk een fotoboek is, heerlijk om doorheen te bladeren, bevat het zeker ook tekst. Zo bestaat het hoofdstuk lichaam uit 9 pagina’s tekst en 28 fullpagefoto’s. Helaas wisten de tekstgedeeltes iets minder te overtuigen. Het verhaal heeft bij vlagen een gebrek aan focus, waarbij dan weer de ene, dan weer de andere gedachte wordt gevolgd. Hierdoor lijkt de tekst in Movie:Box soms meer op een aantal overpeinzingen over een foto die willekeurig uit de aanwezige afbeeldingen is gekozen, dan dat er van een coherente narratieve structuur sprake is. Een groot nadeel is dat echter niet. Ieders leescarrière begint met ‘kijken naar de plaatjes’ en in het aanbod daartoe excelleert het boek gelukkig.


Iconische beelden, beelden van iconen en batnipples
Hoewel het merendeel van de foto’s fantastisch is, dekt de niet zo geweldig vertaalde titel de lading van het boek niet helemaal. Het zijn lang niet altijd iconische beelden, eerder beelden van iconen. Sommige keuzes liggen ook minder voor de hand. Zo had ik zonder Clooneys batnipples gekund en zijn de afbeeldingen van Robin (ook mét nipples), The Fantastic Four en Blade nauwelijks iconisch. Dit is echter een klein smetje op verder uitstekend gemaakte keuzes.















Movie:Box – Iconische beelden uit de filmgeschiedenis is een boek met prachtige foto’s van sterren, filmmakers, filmsets en de wonderlijke wereld die het filmmaken omringt. Het is een mooie, luxe uitgave die zowel fotografie- als filmliefhebbers aan zou moeten spreken. Met 30 euro is het weliswaar geen koopje te noemen, maar duur is het evenmin voor een pas verschenen uitgave als deze.

dit artikel verscheen eerder op Nadelunch.com
 

vrijdag 19 oktober 2012

With Great Power: The Stan Lee Story


With Great Power: The Stan Lee Story (2010).

Comiclegende Stan Lee, geboren in 1922 in New York, groeide op in armoede tijdens de depressiejaren. In 1939 trad hij als jongste bediende in dienst bij Timely Comics, waar hij op zijn achttiende (!) debuteerde als schrijver van een episode van de door Jack Kirby getekende Captain America-reeks. Het was het begin van een enerverende carrière die pas to
t ware bloei zou komen toen Lee vanaf 1960 voor Marvel Comics de eerste echte serieuze concurrenten van DC Comics’ Batman en Superman bedacht. The Fantastic Four, Spider-Man, X-Men, The Hulk, Iron Man - kunnen we ons een tijd heugen zónder deze mythische helden? De documentaire With Great Power neemt de kijker mee op een reis door Lee’s lange leven.


Leuke geeky documentaire met veel interessante achtergrondinfo en scènes bij Stan Lee thuis maar ook de ontwikkeling van comics als maatschappelijk fenomeen passeert de revue. Snel gemonteerd en de momenten dat comics zelf in beeld zijn hebben een soort geupgrade Ken Burns effect waarbij niet alleen gepand en gezoomd wordt maar waarbij de comics zelf ook 'tot leven komen', wat er vooral in het begin erg leuk uitziet. Nadeel hiervan is dat het het beeld soms vrij druk is en er soms te weinig rustmomenten zijn. De camera komt pas weer tot stilstand als er een gezicht in beeld is.


De Talking Heads gedeeltes van celebs die hun mening geven worden net binnen de perken gehouden, al interesseert het mij niet wat Kirsten Dunst van de psychologische ontwikkeling van comic book characters in de jaren '60 vind. What do you know about it? Gelukkig blijven dat soort momenten beperkt en hebben veel mensen wel leuke toevoegingen zonder zich op vlakken te begeven waar ze niet echt verstand van hebben. Nicholas Cage, de comic nerd van Hollywood bij uitstek, had wat dat betreft wat vaker in beeld mogen komen. Beetje jammer van het textje ''Nicholas Cage, actor: Ghost Rider'', maar goed... Hij heeft het aan zichzelf te danken.

Het is voornamelijk een uniek kijkje in het leven van Stan Lee, toen en nu, waarna de gedachte achterblijft wat een fantastisch mooie vent dit is. 7/10

donderdag 18 oktober 2012

Abraham Lincoln: Vampire Hunter

Abraham Lincoln: Vampire Hunter (2012) is een onzin film. Soms komen daar hele leuke films uit voort, maar dit is helaas een dom stuk bagger, wat faalt in de belangrijkste dingen die een entertainende actiefilm zou moeten doen. Een staak er door, zou ik zeggen.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Na als negenjarige te hebben gezien hoe zijn moeder door een vampier wordt vermoord, raakt Abraham Lincoln geobsedeerd door wraak. Wanneer een poging hiertoe als jongvolwasssene mislukt, gaat hij in de leer bij Henry, die hem bijbrengt hoe hij vampiers kan doden. President by day, hunter by night, zoals de poster lichtelijk op de zaken vooruitloopt.

Ik had van tevoren mijn 'historicusknop' uitgezet na het zien van de trailer, en dat was maar goed ook aangezien Abraham Lincoln: Vampire Hunter een flink gedeelte van de Amerikaanse geschiedenis herschrijft. Daarbij nemen ze het niet zo nauw met werkelijkheid en andere onhandige feiten en dat zie je ook in de rest van de film terug. Bijvoorbeeld in een 'Magic Lanternshow' (denk aan dia's) met scherpe foto's (in de film eind jaren 20 van de negentiende eeuw) terwijl de daguerrotypie nog niet eens uitgevonden is. Dat zal de meeste kijkers waarschijnlijk worst wezen maar de film maakt ernstigere fouten.
 
De karakters blijven leeg en worden nooit echt menselijk, het heeft me geen moment uitgemaakt wat er met hen gebeurde en wanneer er iets dramatisch voorvalt kijk je daar dus vrij onaangedaan naar. De 3D en het camerawerk helpen helaas niet bij het scheppen van een enigszins geloofwaardige wereld. Timur Bekmambetov (Night Watch, Wanted) heeft een nogal nadrukkelijke visuele stijl en in combinatie met 3D, green-screen en een sprookjesachtige belichting waan je je als kijker in een andere tijd en in een andere wereld. Het is dan ook jammer dat deze vrijwel nergens ècht aanvoelt, waarmee voorkomen wordt dat je als kijker echt in de wereld van de film beland. Dit is een bewuste keus, maar als ik tijdens een scène wordt afgeleid omdat de muur en de deurpost achter het karakter niet echt lijken, dan gaat er toch iets mis.

Wel moet worden gezegd dat het een dappere keus is om een onbekende acteur te casten als hoofdrolspeler in een film van 70.000.000 dollar. Benjamin Walker is niet slecht, maar ook nergens memorabel. Hetzelfde kan gezegd worden voor de rest van de cast. Acteurs als Alan Tudyk, Rufus Sewell en Anthony Mackie zijn leuk om naar te kijken maar kunnen weinig uitrichten met het banale materiaal wat ze hier krijgen aangereikt.

Wat verhaal betreft lijkt Abraham Lincoln: Vampire Hunter niet precies te weten wat voor film het is. Er lijkt een poging gedaan te zijn om onderwerpen als racisme, de strijd voor gelijkheid, de burgeroorlog en het Gettysburg Address dat Amerikaanse schoolkinderen zolang in hun hoofd hebben moeten stampen in het verhaal van deze actiefilm te verweven. Dit leidt bijvoorbeeld tot zotte voice-overs en cross-cutting van het Gettysburg Address met een slag tegen vampieren tussen north and south en het lijkt af en toe wel alsof de schrijvers niet meer goed wisten wat ze nou wel en niet moeten laten zien van die historie. Ik zat in ieder geval niet te wachten op een Roland Emmerich-achtige versie van Abraham Lincoln: Abolitionist, ik kwam om de Vampire Hunter te zien. Laat Spielberg de serieuze kanten behandelen in zijn aankomende Lincoln film, in deze film hoorde het niet thuis. Wellicht was het makkelijker geweest om een andere persoon dan Abe Lincoln te nemen als bijlzwaaiende held die vampieren aan mootjes hakt. Het heeft voor mij geen enkele meerwaarde dat het hier de zestiende president van de VS betreft. Het is trouwens erg verwonderlijk dat een Kazakh als Timur Bekmambetov meer In slow motion wapperende Amerikaanse vlaggen in beeld brengt dan The Patriot of Spiderman.
 


 Een misbaksel dat ik niemand die van films houd aanraad, maar die bij een jonger publiek of minder veeleisende actieliefhebbers misschien nog wel een plekje kan vinden. Gelukkig eindigt de film met het moment dat Abraham Lincoln naar het theather gaat. Wie de geschiedenis kent, weet dat we daardoor eigenlijk verzekerd zijn van het feit dat er geen sequel kan komen. Krijg ik toch nog een warm gevoel. 4/10
 

dinsdag 11 september 2012

Mélies: Le Voyage Extraordinaire en Le Voyage dans la Lune

De magie van Méliès

Méliès' Le Voyage dans la Lune uit 1902 is een iconische film. Het beeld van de raket die in het oog van de maan boort is een bekende afbeelding voor veel filmliefhebbers. Wie de geschiedenis van de cinema bestudeerd heeft is de film al vele malen tegengekomen en sommigen hebben in de loop der jaren al verscheidene versies van de film gezien. Echter nooit zo'n prachtig gerestaureerd exemplaar als deze door Lobster Films gerestaureerde versie. In deze documentaire worden verscheidene filmmakers geïnterviewd  over het belang van Méliès en zien we het fascinerende restauratieproces van de film.
 
Een moeizame restauratie
Deze handgekleurde versie werd in 1993 ontdekt door de Filmoteca de Catalunya waarna een langdurig restauratieproces begon. De kopie zou gezien zijn leeftijd al vergaan moeten zijn en was dan ook in slechte staat, maar nog niet compleet hopeloos. Frame voor frame werden de beeldjes ingescand tot het materiaal in ieder geval gered was. Het wachten was nu op een techniek waarmee de restauratie afgemaakt zou kunnen worden. in 2010 kwam twee non-profit organisaties erbij, Groupama Gan Foundation for Cinema en de Technicolor Foundation for Cinema Heritage waarmee het proces in een stroomversnelling kwam. In 2011 beleefde deze gerestaureerde, handgekleurde versie zijn première op het filmfestival van Cannes en in Nederland ook op het IFFR.
 
 
Liefde voor de cinema
Wie Scorsese's Hugo gezien heeft, weet al het een en ander van Méliès' levensloop af en heeft kunnen zien welk een bewondering Scorsese voor deze man had. Hoewel we niet veel nieuwe zaken over Méliès zelf leren, is het erg interessant om filmmakers als Jean-Pierre Jeunet, Michel Gondry, Tom Hanks, Hazanavicius, Costa-Gavras over deze filmpionier te zien vertellen. In die zin is Le Voyage Extraordinaire soms een soort hagiografie, maar dit is naar mijn mening volledig terecht. Hoewel de filmmakers in deze documentaire dus wel degelijk benadrukken hoe bijzonder Méliès was, en hoever hij zijn tijd vooruit was, maakt dit echter nooit dezelfde indruk op de kijker als wanneer deze dat zelf ervaart. Wanneer we Méliès' films uit de periode 1896-1902 vergelijken met films van zijn concurrenten, dan zien we pas ècht duidelijk het verschil. Terwijl veel (maar gelukkig niet alle)l filmmakers hun camera nog simpelweg op iets wat 'toevallig gebeurde' richtten of een scène uit het dagelijks leven filmden, leken de trucagefilms van Méliès wel uit de toekomst te komen.
 
Le Voyage Extraordinaire is doordrenkt met liefde voor de vroege cinema en meer specifiek het werkvan Georges Méliès.
 
Een meesterwerk in kleur
 Na de documentaire volgde het moment waarop iedereen wachtte, Le Voyage dans la Lune in kleur, op het grote scherm. Ondanks dat ik de film al minstens 10 keer in zijn geheel gezien had, en ook in Hugo natuurlijk grote delen van de gerestaureerde versie op het grote doek had mogen zien, was het toch een bijzondere ervaring. Als je Le Voyage dans la Lune in één woord zou moeten beschrijven dan zou dit toch magie zijn. Het ziet er geweldig uit, des te meer aangezien je vlak daarvoor in de documentaire heb kunnen zien van wat voor half uit elkaar brokkelende celluloid-rol het afkomstig is. De nieuwe soundtrack van Air is een onderwerp van discussie. Sommigen vinden het geweldig, maar veel mensen zijn er minder over te spreken. Ik vind zelf dat de delen op de maan erg toepasselijk zijn, maar sommige delen te zwaar leunen op bass, percussie en electro wat enigszins kan detoneren met de oude beelden. De dvd biedt overigens meerdere audiotracks.
 


De dvd/bluray met de gerestaureerde versie en de documentaire is uitgebracht door Flickeralley maar is ook via amazon te koop.

Wie het dichter bij huis wil zoeken, kan ook de soundtrack cd van AIR bestellen, waarop tevens de gerestaureerde versie van Le Voyage dans la Lune staat op de bijgeleverde dvd. Hierop ontbreekt echter de documentaire Le Voyage Extraordinaire. Deze cd/dvd combo is al eerder gerecenseerd.
 
De gekleurde versie met AIR's score staat echter ook op youtube:
 
 

dinsdag 21 augustus 2012

3D: de toekomst van de film of slechts een rage?

3D: de toekomst van de film of slechts een rage?  

AvatarWe zijn er de afgelopen jaren aan gewend geraakt: 3D-films. De een houdt er meer van dan de ander, maar het is nu eenmaal de toekomst van de cinema. Of niet?

Een stukje geschiedenis
Het is verleidelijk na het zien van de met special effects gevulde blockbusters van nu om 3D-films als een modern iets te zien. Niets is echter minder waar. Pogingen om 3D te realiseren zijn niet veel ouder dan de filmkunst zelf. Begin jaren negentig van de negentiende eeuw had William Friese-Greene al een patent verkregen op een proces dat 3D-film mogelijk moest maken door stereoscopie. Hierbij werd een film op twee verschillende schermen geprojecteerd en moesten bezoekers door een stereoscopische bril kijken die door samenvoeging van de twee beelden een illusie van 3D creëerde. Edwin S. Porter, een andere pionier, experimenteerde in 1915 met Anaglyph 3D, de technische benaming voor de iedereen welbekende brilletjes met een rood en een groen gekleurd glas. Het was geen succes en het zou tot 1922 duren voor The Power of Love, de eerste commerciële film in 3D, werd uitgebracht. Wederom liep men er niet voor warm.


De heropleving van 3D in de jaren vijftig en tachtig
Mede door de hoge kosten en de Grote Depressie was er ook in de jaren twintig en dertig weinig tot geen interesse in 3D. Het duurde eigenlijk tot de jaren vijftig voor de periode aanbrak die door sommigen wel ‘het gouden tijdperk’ van 3D wordt genoemd. Bwana Devil was in 1952 de eerste kleurenfilm in 3D en ook 3D-strips raakten populair. Met name horrorfilms profiteerden van het 3D-effect. Films als House of Wax, The Creature From the Black Lagoon en zelfs Hitchcocks Dial M for Murder zorgden voor een enorme stijging van de populariteit van 3D-films. Ook nu echter raakte 3D weer uit de gratie; het bleek technisch lastig in onderhoud en de meeste bioscopen zagen het niet als een goede investering. In de jaren zeventig en tachtig herhaalde dit proces zich door een tijdelijke opleving met films als Jaws 3-D en Amityville 3-D.

De recente wederopstanding van 3D
De belangrijkste naam voor 3D van de afgelopen tien jaar is ongetwijfeld James Cameron. Zijn Ghosts of the Abyss was in 2003 technologisch een enorme stap vooruit. Avatar (2009), ook van Cameron, was met speciaal daarvoor ontwikkelde camera’s gefilmd en liet de populariteit van 3D exploderen. Het werd de best bezochte film aller tijden met Camerons Titanic op twee. Direct hierna verschenen er meer 3D-films in de bioscoop, al dan niet haastig naar 3D omgezet in postproductie, zoals dat bij Clash of the Titans het geval was. Deze omgezette films legden het kwalitatief echter af tegen ‘echte’ 3D-geconceptualiseerde films als The Adventures of Tintin, Hugo en The Avengers.


3D-bril


Dalende omzet versus innovatie: de status quo en toekomst van 3D-films

Een zoektocht op het internet leert al snel dat er ook nu weer barsten ontstaan in het firmament van 3D-cinema. Waar Avatar nog 83% van zijn omzet uit 3D haalde in plaats van uit reguliere voorstellingen, was dit bij Toy Story 3 nog maar 56% en bij Brave zelfs nog maar 32%. Een filmmaker als Christopher Nolan weigerde The Dark Knight Rises in 3D te filmen en ’s werelds bekendste filmcriticus Roger Ebert schreef twee venijnige artikelen over 3D. Bloggers op internet klagen over hoge ticketprijzen en slecht gemaakte 3D-effecten. Tevens lijkt medisch onderzoek aan de California State University uit te wijzen dat mensen bij 3D-films drie keer zo snel problemen als vermoeide ogen, misselijkheid en hoofdpijn ervaren. Is het einde van 3D dan alweer in zicht?
De voorvechters van 3D zien het een stuk hoopvoller in. James Cameron ziet, waar het gaat om de manier waarop wij naar entertainment kijken, 3D als iets onvermijdelijks; het is de toekomst van cinema en tv. Regisseur Rian Johnson (Looper) hangt deze gedachte ook aan. Hij stelt dat, ondanks dat hij zelf nog geen fan is, de 3D-technologie nog onvoldoende ontwikkeld is om ons echt in de ervaring onder te kunnen dompelen. De revolutie die Technicolor destijds was voor kleurenfilm, moet volgens hem voor 3D nog komen. Ikzelf denk dat het nog beide kanten op kan gaan, maar ben geen échte voorstander van 3D, zeker niet voor alle films. Cameron is een visionair, maar er is meer innovatie nodig om mij over de streep te halen. Voor 2013 staan vierentwintig 3D-films op de agenda. Will history repeat itself?

eerder verschenen op www.nadelunch.com

zaterdag 11 augustus 2012

Badlands (1973)

Badlands is Terrence Malick's (The Thin Red Lin, The Tree of Life) debuut als filmmaker en de film viert volgend jaar zijn 40e verjaardag. Waar sommige films uit die periode inmiddels gedateerd over kunnen komen, heeft Badlands nog steeds een poëtische schoonheid.

Gebaseerd op het verhaal van Charles Starkweather die met zijn 14 jarige vriendin 11 mensen doodschoot, kan Badlands klinken als een soort actiethriller. Dit beeld klopt echter totaal niet met de sfeer van de film. Malick maakt ons zowel observant van de twee hoofdpersonen als van de wereld waarvan zij slechts een klein plekje innemen. Zoals hij ook in zijn latere films zou doen, heeft Malick terwijl we getuige zijn van de tocht van Kit (een James Dean-achtige Martin Sheen) en Holly (Sissy Spacek) voortdurend oog voor de natuur. Het camerawerk van Tak Fujimoto is van een zeldzame schoonheid en geeft de gebeurtenissen een dromerige kwaliteit.

Waar andere road movies vaak ingaan op de actie en de psychologie van de karakters, lijkt Malick daar niet zo geïnteresseerd in te zijn. Nadat Kit Holly's vader heeft vermoord gaan ze er samen op de vlucht, richting het noorden. Het wordt nooit precies duidelijk wat de beweegredenen van Holly zijn en waarom ze bij Kit blijft, ondanks dat ze zegt 'Kit was the most trigger happy person I'd ever met'. Veel dingen die normale mensen met angst zouden vervullen, laat zij achteloos van zich afglijden. Ook Kit zelf lijkt wat er met hen gebeurt als een omstander te bekijken, alsof hij er zelf weinig vat op heeft.



Er zit wel degelijk actie in Badlands, het kan ook bijna niet anders met een film die dit onderwerp heeft. De meeste schietpartijen of moorden zijn echter niet spannend maar kil en lijken meer te dienen om Kit en Holly weg te duwen waar ze zijn. Uitzondering hierop is een bijzonder mooi in beeld gebrachte achtervolging, die de vergelijking met de huidige maatstaven probleemloos kan doorstaan. De muziek is erg mooi, maar ik kon het niet helpen steeds associaties met Hans Zimmers marimba muziek uit True Romance te krijgen. Een korte zoektocht leert dat dit een bewerking is van een stuk van Carl Orff, Gassenhauer en dat het een hommage van Tarantino aan Badlands betreft. Behalve dat muzikale motief deelt True Romance uiteraard ook in de verhaallijn enige overeenkomsten met deze film en ook de voice-over techniek wordt in beide films op soortgelijk wijze gebruikt.

Badlands is een bijzondere road movie die de nadruk naast de hoofdpersonen ook op de schoonheid van de wereld om hen heen legt en dit vaker verfilmde verhaal op een andere manier benaderd dan we gewend zijn. Ook bijna 40 jaar na dato is het het nog een lust voor het oog en onlangs de scherpte van de beschikbare dvd ben ik erg benieuwd naar de blu-ray die hopelijk binnenkort verschijnt.

Jiro Dreams of Sushi (2011)

Jiro Ono is een sushichef van 85 jaar oud en heeft een Japans sushirestaurant met 3 Michelinsterren. In deze documentaire mogen we een blik werpen op de wereld van deze markante man en zijn zoons. Het water loopt je in de mond.

Sushi eten is om eerlijk te zijn een van de dingen die nog op mijn to-do list staat. Als vegetariër blijkt het lastig om dan een goede plek te vinden. Verder ben ik een van die aanstellers die kokhalsneigingen krijgt wanneer hij langs een viskraam loopt. Neus dicht en doorlopen. Jiro Dreams of Sushi was daardoor misschien een vreemde filmkeus, maar ik ben blij dat ik me over die visvrees heen heb gezet. Deze documentaire bleek niet alleen schitterend gemaakt en erg interessant, maar ik merkte dat ik zelfs trek kreeg! “I don’t eat in a place where they have pictures of the food”, zei Kate Winslet ooit. Dit is feitelijk een ‘picture of Jiro’s food’ en het ene gerecht ziet er er nog smakelijker uit dan het andere, al is het dan op film in plaats van op een foto.

Een toprestaurant in de metro
De opzet van Jiro Dreams of Sushi is bedrieglijk simpel en het betreft hier dan ook geen plotgedreven documentaire. Je krijgt letterlijk een kijkje in het leven van Jiro en zijn keukenpersoneel, waarbij de meeste scènes zich uiteraard in het restaurant afspelen. Niet alleen de 3 Michelinsterren zijn opvallend; er is meer dat dit restaurant in Tokio bijzonder maakt. Sukiyabashi Jiro is niet centraal gelegen, maar bevindt zich ondergronds in een metrostation, heeft maar 10 zitplaatsen en er moet een maand van tevoren worden gereserveerd. Voor ongeveer 20 sushigerechten moet 250 tot 300 euro worden afgerekend en veel gasten staan volgens deze documentaire na 15 minuten alweer buiten.

Jiro


De perfecte sushi
Yoshikazu Ono, Jiro’s oudste zoon en opvolger, vat zijn vaders filosofie als volgt samen: “Always look ahead and above yourself. Always try to improve on yourself. Always strive to elevate your craft. That’s what he taught me.” Zij zijn zogenaamde shokunin, wat vertaald zou kunnen worden als vakmannen of ambachtsmannen die verwoed streven naar perfectie in hun beroep door hun werk eindeloos te herhalen en verbetering aan te brengen waar dat mogelijk is. Jiro doet dit onder andere door de beste en meest verse ingrediënten te kiezen en een strenge leermeester te zijn voor diegenen die bij hem in de leer zijn. Dit laatste neemt een periode van minimaal tien jaar in beslag.


Vader, zoon en het overdragen van de fakkel
Scènes in de keuken worden afgewisseld met scènes aan de bar en van buiten het restaurant, waardoor het nergens eentonig wordt. Je kunt zien hoe Jiro’s oudste zoon naar de markt gaat om de beste vis te kopen en er wordt ook een bezoek aan zijn jongere zoon Takashi gebracht, die een eigen sushirestaurant is begonnen, wetende dat zijn oudere broer hun vader op zal volgen als chef. Takashi moet het vooralsnog met twee Michelinsterren doen. Hoewel Yoshikazu zijn vader dus op zal volgen, is hij inmiddels vijftig en staat hij nog steeds in diens schaduw, wat toch een spanning veroorzaakt.


Mijn tent is top, de kunstzinnig verantwoorde versie
Je hoeft niet veel kook- of restaurantprogramma’s gezien te hebben om te constateren dat de makers van Jiro Dreams of Sushi veel aandacht hebben besteed aan hoe alles eruit zou komen te zien. De hele documentaire ademt de prettige, kalme sfeer van perfectie en toewijding die Jiro zelf ook omringt. Het camerawerk is fantastisch en zelfs voor nuchtere kerels krijgt Jiro’s sushibereiding bijna iets magisch in slow motion. Het genie van Jiro komt tevens terug in de muziekkeuze. De prachtige beelden van het eten worden ondersteund door klassieke nummers van Mozart, Bach, Tsjaikovski en Philip Glass. Knap is dat ondanks die rust en sereniteit de film nergens slaapverwekkend of saai wordt, maar je aandacht continu blijft grijpen door slim af te wisselen met dialoogscènes.

Regisseur David Gelb is een betrekkelijke nieuwkomer in het vak. Hoewel hij een aantal korte films heeft een gemaakt en een tv-documentaire, is dit zijn eerste film die in de bioscoop wordt uitgebracht. Toch zul je dit nergens aan kunnen zien. Jiro Dreams of Sushi is een bijzonder mooi gemaakte, sfeervolle documentaire geworden en biedt wijze lessen uit een interessante subcultuur.


Lola Rennt (1998)

Sommige films hebben een pulserende energie die af en toe bijna je tv scherm uit lijkt te komen. Go had dit bij bepaalde scènes en ook het geweldige Requiem for a Dream schoot regelmatig in een stroomversnelling van dynamiek en visuele flair. Lola Rennt is een zijn eentje nog energieker, dynamischer en drukker dan die twee films samen.


De jonge Duitse Lola (Franka Potente) wordt opgebeld door haar gestresste vriend Manni (Moritz Bleibtreu) dat hij 100.000 Mark van zijn criminele baas heeft kwijtgemaakt en dat als hij over 20 minuten niets beters weet hij de supermarkt gaat overvallen aangezien zijn baas hem doodmaakt als hij niet met het geld over de brug komt. Lola moet alles op alles zetten om dit te voorkomen. Een kleine verandering of hindernis in haar sprint kan verschillende uitkomsten bieden en grote gevolgen hebben voor de afloop van het verhaal.

Lola Rennt stond al 13 jaar op mijn watchlist, de lijst met films die ik nog moet kijken. Ik heb hem nooit vermeden maar hij draaide niet in mijn bioscoop, ik kwam hem daarna niet echt tegen in de winkels of mijn oog viel er in de videotheek niet op. Er is geen goede verklaring voor. Ik wilde hem kijken toen ik 18 was en heb hem nu gezien op mijn 31e, maar ik heb me 81 minuten enorm vermaakt en zelfs voor een deel weer die jonge filmliefhebber gevoeld. De film die Tykwer heeft afgeleverd voelt zelfs zoveel jaar na release nog steeds fris, origineel en vernieuwend. Hij speelt natuurlijk leentjebuur bij tig andere filmmakers zoals De Palma, maar weet toch een compleet eigen film af te leveren

Franka Potente is de absolute ster van deze film, niet alleen is ze vaker in beeld dan Bleibtreu maar wanneer ze in beeld is ze ook nog eens ècht in beeld: rennend op volle snelheid. Beide spelers leveren een prima acteerprestatie, al acteerde Bleibtreu in het indrukwekkende Das Experiment wat meer naturel. In de bijrollen zitten nog een aantal bekende Duitse gezichten die ook goed acte de présence geven.

Belangrijker echter dan Potente's indrukwekkende talent om te hollen, en wat duidelijker zijn stempel op het eindproduct heeft gedrukt, zijn drie zaken waar zij geen invloed op heeft gehad. In de eerste plaats moet het camerawerk genoemd worden. Lola is namelijk niet de enige die weinig stilstaat in deze film, we volgen haar als kijker op de voet, soms letterlijk. Gelukkig is er hierbij niet handheld camerawerk gekozen maar maakt cameraman Frank Griebe gebruik van crane en steadycam shots. Als Lola in volle vaart een trap op sprint gaat de camera mee, en zonder te schudden. Vervolgens zorgt een snelle montage er voor dat het geheel er nog dynamischer uit komt te zien. Er zitten meer dan 1500 shots in de film, die met name in het begin van de film elkaar snel opvolgen. Tykwer maakt van allerlei overgangen gebruik, tot en met animatie aan toe.

Filmmuziek is wat mij betreft een niet altijd op waarde geschat onderdeel van de filmbeleving. Je kunt iets nòg zo spannend of zielig maken, maar het komt een stuk minder intens over zonder de juiste muziek. Lola Rennt heeft met een pompende techno soundtrack (mede gecomponeerd door Tom Tykwer) absoluut de juiste soundtrack. Ook muziekliefhebbers die niets met dat muziekgenre hebben zullen moeten toegeven dat dit de onvermoeibare energie van Lola Rennt alleen maar ten goede komt.



Een minpuntje aan de film is dat de flitsende montage op enkele momenten net iets uit de bocht schiet waardoor het onprettig voor de ogen wordt om naar te kijken, en dat kan niet Tykwers bedoeling zijn geweest in die scène. Verder zal de herhaling die optreedt door de vertelstructuur met drie verschillende scenario's niet iedereen bevallen, al is er genoeg variatie om het voor de kijker interessant te houden. Dit zijn echter kleine smetjes op een verder zeer vermakelijke en originele film.

Lola Rennt is eigenlijk een film die ik iedereen aan zou kunnen raden. Het is een spectaculair stuk cinema dat bijna uit zijn voegen barst van de energie, zich niet direct met andere films laat vergelijken en bovendien een visuele traktatie is. Tykwer is momenteel bezig met Cloud Atlas die hij samen met de Wachowski's heeft gemaakt. Wie niet tot November wil wachten kan zich in de tussentijd (in elke geval eventjes) goed vermaken met Lola Rennt.

Monsturd (2003)



Het is bijna beschamend om te moeten toegeven, maar ik heb gekraaid van plezier. Wat een heerlijk domme, foute, onzinnige film. Een voordeel wat Monsturd in elk geval direct heeft is dat potentieel publiek direct wordt aangesproken (of afgestoten). De poster en synopsis laten weinig aan de verbeelding over waar het de intenties van de film betreft. Als je mondhoeken daar niet van krullen kun je deze film beter overslaan.

Monsturd is in alle aspecten een typische b- (of c) film. Het verhaal is simpel. Het camerawerk is bepaald niet denderend, het acteerwerk is niet zo geweldig, de special effects zijn eenvoudig. Maar toch, als ik naar het budget kijk vind ik het erg knap wat de filmmakers gedaan hebben. De effecten waren namelijk ook niet slecht (er zat zelf een cgi effect in, jaja!) en ik vond de muziek zelfs erg leuk. De score was goed en op de juiste wijze gebruikt en tijdens de aftiteling was een door de makers zelf geschreven liedje te horen. Er zaten een aantal verwijzingen in naar films als Se7en en Jaws, al hadden deze beter uitgevoerd kunnen worden. Wat overheerst echter is de lol die de makers erin moeten hebben gehad tijdens het maken van deze film. Dat zie je namelijk wel terug.

Ik vergeef ze dat lage niveau graag, als je weet wat je gaat krijgen is het bijzonder grappig. Aanrader met stip voor een bier- en filmavondje met vrienden, maar ook alleen kun je je als pulp-liefhebber niet echt een buil aan deze Monsturd vallen. Kan iedereen hier dan van genieten? Het zou me ten zeerste verbazen, maar ik denk dat Monsturd zeker een kleine publiek verdient van (cult)filmfans die zich afvragen hoe een film over een gigantisch poepmonster eruit ziet. Een foute amateuristische film? Absoluut. Bijzonder grappig om eens gezien te hebben? Zeker weten! Voor mensen die nog twijfelen zou onderstaande scène uitsluitsel moeten geven of ze de film willen kijken of niet.

Salo, or The 120 Days of Sodom



 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Salò o Le 120 Giornate di Sodoma is een goed voorbeeld van een kapot bediscussieerde film, waarbij de meningen vaak behoorlijk uiteen staan. Een film die primaire reacties op kan roepen. Wanneer je op internet informatie over de film opzoekt is het slechts een kwestie van tijd voor je op fora komt waar mensen elkaar in de haren vliegen of deze nu film nu een kunstwerk van de grootste historische importantie is, een ziek martelfestijn, of beide. De film was verboden en verscheidene landen en is dat in sommige nog steeds.


Salo was me aangeraden met de mededeling 'die moet je gewoon een keer hebben gezien' met een intonatie van 'tsja dat is niet leuk, maar het het moet nu eenmaal'... Ik wist al wel dat Salo heftig was en mijn fantasie had ik het ultiem gruwelijk gemaakt. Uiteindelijk viel het daarna voor 95 % van de film alsnog mee, maar er zaten nog genoeg scènes en shots in waar de meeste mensen (fysiek) onpasselijk van kunnen worden

Het lijkt voornamelijk om het spanningsveld te gaan tussen de intentie van de regisseur, de perceptie van de kijker van de film zelf en wellicht ook nog wat Pasolini hiermee wilde bereiken. Wilde hij inderdaad fascisme en machtsmisbruik aan de kaak stellen of hij was hij slechts een torture-porn maker avant la lettre?


Salo is afgrijselijk om naar te kijken, daar zijn de meeste mensen het wel over eens. De grote vraag die blijft is of het een belangrijke film is. De filmbuff in mij zegt van wel, maar meer vanwege de historische waarde dan dat ik hem nog een keer zou willen zien. Nou schijnt het dat de waardering voor deze film toeneemt naarmate je hem als kijken beter in zijn context kunt plaatsen, bijvoorbeeld door het beluisteren van de commentaren en zien van de documentaires op de (criterion) dvd. Die heb ik niet, dus het is mogelijk dat ik teveel aan achtergrondinformatie mis om hem goed op waarde te kunnen schatten in filmhistorisch verband. Tot die tijd echter moet Salo het doen met een 6 en dat is een compromis tussen intentie en durf van de regisseur aan de ene kant en een bij vlagen saaie maar meestal afgrijselijke filmervaring aan de andere kant.

Before the Nickelodeon: The Cinema of Edwin S. Porter

 

Iedereen die de geboorte van de film en zijn ontwikkeling bestudeerd heeft, zou bekend moeten zijn met Edwin S. Porter. Porter was één van de grote pioniers op filmgebied die net als zovelen in die tijd, min of meer toevallig in met de filmwereld in aanraking kwamen. Porter was er vrijwel vanaf het begin af aan bij, nadat hij drie jaar als elektricien bij de US Navy had gewerkt reisde hij vanaf 1896 rond als projectionist om zich uiteindelijk in 1899 bij Edison Manufacturing Company aan te sluiten, waar hij al gauw aan het hoofd van de filmproductie kwam te staan van Edisons studio in New York. Waar Edison voornamelijk een zakenman en uitvinder was, gebruikte Porter diens uitvinding juist om (langere) verhalen te vertellen en publiek te vermaken. Zoals in die tijd gebruikelijk was werd er volop van elkaar 'geleend' en gestolen, maar Porter heeft met films als Jack and the Beanstalk, Life of an American Fireman en uiteraard The Great Train Robbery. Het was met films als deze dat Porter zijn stempel drukte op de ontwikkeling van deze kunstvorm door verbeteringen toe te passen in verteltechniek en montage.

Before the Nickelodeon: The Cinema of Edwin S. Porter is een uitgave van het British Film Institute en medegeschreven en geregisseerd door Charles Musser, een van de leidende figuren waar het de ontwikkeling van de vroege Amerikaanse film betreft. De documentaire wordt begeleidt door narratie van Blanche Sweet, een van D.W. Griffiths voormalige jonge muzes. In feite kijken we door naar een aantal van Porters films te bekijken (hij heeft er meer dan 200 gemaakt) naar de geboorte van de cinema, ook al is het dan vanuit één bepaald oogpunt.



Deze uit 1982 stammende documentaire is essentieel voor mensen die zich willen verdiepen in het ontstaan van de narratieve cinema en de vroege filmgeschiedenis in het algemeen. Naar huidige maatstaven is dezer documentaire vrij traag, wat tezamen met het specifieke onderwerp zorgt dat dit voor veel mensen bepaald geen aanrader zal zijn. Voor fans van filmgeschiedenis echter is het werk van Porter erg geschikt om naast dat van Méliès en andere pioniers te leggen.

Voor de meer algemene filmliefhebber zal het volstaan om 'The Great Train Robbery' ergens online te bekijken, deze behoort tot het publieke domein en het is een aanrader met stip. In een tijd waarin veel filmmakers hun camera nog op duiven en dergelijke richten, waren het mensen als Méliès en Porter die de grenzen van hun kunstvorm verkenden en verlegden. Voor laatstgenoemde wordt in Before the Nickelodeon: The Cinema of Edwin S. Porter op interessante, zij het enigszins droge wijze, uit de doeken gedaan hoe dit zich ongeveer voltrok.

Tyrannosaur - Considines stomp in je maag

Tyrannosaur - Considines stomp in je maag


De eerste klap is een daalder waard, heeft regisseur Paddy Considine waarschijnlijk gedacht. Hij heeft exact één minuut nodig om je aan zijn hoofdpersoon voor te stellen en tegen het brute einde van deze zestig seconden zullen veel mensen geen greintje sympathie voor deze man meer hebben.

Het is na de donkere opening al direct duidelijk dat Considine voor zijn (speelfilm)regiedebuut geen Hollywoodproductie voor ogen heeft. Tyrannosaur is de uitgebreidere verfilming van zijn daadwerkelijke debuut als regisseur uit 2007, Dog Altogether, een korte film waarvoor hij vele prijzen in de wacht wist te slepen. Als acteur is Considine steeds bekender aan het worden (Red Riding, The Bourne Legacy), maar hij lijkt in rauwe, realistische films toch het meest op te vallen, zoals hij in 2004 liet zien in het onderschatte Dead Man’s Shoes, dat hij met Shane Meadows maakte. Het is goed om te zien dat hij ook als regisseur een film met eigen stempel af kan leveren.


Joseph (Peter Mullan) oogt vanaf de openingsscène direct als een enorme hufter, het type aso waar veel mensen met een grote boog omheen zouden lopen: luid vloekend, zwalkend en bier morsend op zijn trainingsbroek vanuit het halveliterblik waaruit hij drinkt. Na zijn wandaad uit de openingsscène is de spijt duidelijk, maar een merkbaar positief effect op zijn gedrag levert dit niet op, aangezien hij kort daarop bewust twee gevechten uitlokt. Joseph zit duidelijk in een neerwaartse spiraal. Wanneer hij na een vechtpartij doordraait, schuilt hij in een kringloopwinkel waar hij Hannah (Olivia Colman) ontmoet, die hem probeert te helpen. Joseph blijft hierna terugkomen naar Hannah op zoek naar een vorm van verlossing, maar als de relatie zich ontwikkelt, blijkt zij zelf ook de nodige problemen te hebben.



Considine laat ons in de rest van de film de wisselwerking tussen deze twee personen en een aantal mensen in hun omgeving zien. Nergens vervalt de film hierbij in stereotypen als ‘de slechte rotzak’ of de ‘hulpzoekende vrouw’ en het is een compliment voor Considines durf in regie en scenario dat hij niet zijn best doet om je zijn karakters aardig te laten vinden. Er is geen duidelijke boodschap in Tyrannosaur. Je bent getuige van wat er met Joseph en Hannah gebeurt en de film laat je daar zelf een oordeel over vellen. Doordat de karakters zo uit het leven gegrepen zijn, is het mogelijk dat je gevoel over deze complexe karakters gedurende de film verandert. Je wilt Joseph eigenlijk niet aardig vinden of zelfs respecteren, maar het gebeurt toch, al heeft de film ook genoeg lef om opgebouwde sympathie weer weg te nemen.



Het een hoeft het ander niet uit te sluiten, maar in het geval van Tyrannosaur is duidelijk niet voor leuk gekozen. Zelfs als de titelverklaring komt en Joseph in een filmrefererende monoloog uitlegt dat hij zijn overleden vrouw zo noemde omdat ze net als de T-rex in Jurassic Park kringen in de drankjes op tafel veroorzaakte als ze de trap af kwam, is dit niet grappig bedoeld, maar slechts een middel om op Josephs karakterontwikkeling te wijzen: “I thought it was funny… but I was being a cunt”. Considine heeft de sfeer in zijn film bewust donker gehouden. Het is echter meer dan een gebrek aan humor dat deze film kenmerkt; het gaat om twee ongelukkige mensen die zich aan elkaar vastklampen en waarbij alsnog dingen misgaan. Het zijn hun onderlinge contact en menselijkheid die dit in balans brengen.

De middelen die gebruikt worden benadrukken de grauwe en realistische sfeer uitstekend. Hoewel Engeland natuurlijk niet écht bekend staat om het mooie weer, zijn alle buitenscènes donker en ook binnen domineren de spaarzaam belichte beelden. Muziek wordt alleen subtiel gebruikt. Behalve mijn nog meer gestegen respect voor Considine moeten Peter Mullan en Olivia Colman worden genoemd. Zij weten in Joseph en Hannah overtuigend en subtiel emoties als woede, wanhoop, schuld en hunkering tot leven te wekken met een intensiteit die je helaas te weinig ziet. Uiteindelijk werken alle stijlkeuzes goed samen om de aandacht op het verhaal en de personages te vestigen, wat niet altijd vrolijk stemt, maar continu intrigeert.

Tyrannosaur is geen lichte film, maar wel een film over échte mensen en échte emoties. Hoewel hij naargeestig kan zijn en daardoor niet voor iedereen geschikt is, is dit een van de beste  films die deze zomer op blu-ray is verschenen.

Eerder verschenen op www.nadelunch.com en in het Engels op journeythroughfilms